Ga naar de inhoud

PERSOONSVORM: TIJDPROEF

In deze blog de laatste werkvorm voor het zoeken van de persoonsvorm: de tijdproef. Dit wordt door leerlingen vaak als de moeilijkste ervaren. Gelukkig helpt deze werkvorm jou, om jouw leerlingen hier meer inzicht in te geven!

MATERIALEN:
* Kaartjes.

HOE WERKT HET?
Je begint met één zin. Je laat leerlingen voor de klas staan met een woord / leesteken. Iedere woord / leesteken wordt vastgehouden door één leerling.

Vervolgens wordt er bepaald of de zin in tegenwoordige tijd of in de verleden tijd staat. Wanneer dit bepaald is, wordt de tijd van de zin veranderd. De tijd veranderen: staat de zin in de tegenwoordige tijd, maak er dan een zin in de verleden tijd van en andersom. De leerling die het woord in zijn/haar hand heeft dat veranderd is, wisselt dat woord om en de zin wordt gecontroleerd.

Tot slot wordt de persoonsvorm benoemd. Op deze manier wordt het voor de leerlingen inzichtelijk dat je de persoonsvorm kunt vinden door de tijd van de zin te veranderen.

VARIATIE:
Je kunt deze zinnen ook inzetten tijdens de begeleide inoefening. Ieder groepje krijgt een zin. Ze moeten er samen voor zorgen dat de tijdproef toegepast wordt en dat ze kunnen benoemen welk woord de persoonsvorm is in deze zin.

Klik op de afbeelding hieronder om het bestand te downloaden!
Wil je toch nog even oefenen met de vraagproef? Klik dan hier. Wil je toch nog even oefenen met de getalproef? Klik dan hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *