Het spel bingo kennen we allemaal. Deze klassieker is er nu een nieuw jasje: met werkwoorden! Met dit spel oefen je het vervoegen van werkwoorden. Je leest hieronder hoe het werkt en in welke versies dit spel beschikbaar is.
MATERIALEN:
* Bingokaarten 4 x 4 / 5 x 5.
* Bingo kaartjes.
* Pen / Potlood / Wisbordstift / Fiches.
VOORBEREIDING:
Kies welke bingokaarten je wilt gebruiken: 4 x 4 / 5 x 5. Print voor alle leerlingen een bingokaart. Van beide versies zijn er 32 Bingokaarten beschikbaar. Ze zijn te herkennen aan de verschillende afbeeldingen links bovenaan de Bingokaart. Ze zijn ontworpen op A5 formaat. Vind je dit te groot? Kies dan bij het afdrukken voor een afdruk met 2 pagina’s op 1 pagina. Print de Bingokaartjes voor de leerkracht. Je kunt ervoor kiezen om ze te lamineren zodat je ze vaker kunt gebruiken.
HOE WERKT HET?
De leerkracht pakt een kaartje en leest de vervoeging en het werkwoord voor: “de ik-vorm van fietsen”. De leerlingen zoeken vervolgens op hun Bingokaart naar “fiets”. Verder gelden alle regels die horen bij Bingo.
VERSIES
Dit spel is beschikbaar in 3 verschillende versies. Klik op de afbeelding hieronder om naar het product te gaan.
Wil je nog meer oefenen met werkwoorden in een spelvorm? Kijk dan eens bij Pech zeg! of Draai & Koppel.